Valsspeler.   

1. Zakelijke gegevens.

1. Titel: Valsspeler.
2. Auteur/regisseur: Koen D’Haene.
3. Naam uitgever/producent: Davidsfonds/Infodok, cop. Jaar van verschijnen: 2003.

2. Samenvatting van het boek.

Als Jens op maandagmorgen het schoolpad opfietst ziet hij meteen Het ‘gewone’ gedrag, alle jongens staan bij Stan Somers. Stan Somers is de pestkop van de school iedereen is bang voor hem. Jens heeft een hekel aan Stan omdat hij niet wil doen wat Stan hem zegt. Stan en zijn clubje gooien bolsters naar fietsers die langs school fietsen. De leeraren kunnen ook niets doen aan Stan, hij is gewoon te slim.

In de klas van Jens zit ook een meisje dat Hella heet, Jens is verliefd op haar maar Stan ook. Hella is verliefd op Jens maar durft dat niet te zeggen tegen Stan omdat ze dan problemen krijgt met hem. Iedereen die Stan iets in de weg legt is de klos. Alleen Pieter durft in opstand te komen tegen Stan. Pieter probeerde Stan op zijn fouten te wijzen maar dat kwam hem duur te staan: een dag later stak Stan een ijzeren staaf in Pieters wiel waardoor hij erg hard viel. Stan zei dat het niet zijn schuld was, Pieter was gevallen over een boomwortel, zei hij tegen iedereen.

In de klas moeten ze een derdewereld actie opzetten. Deze keer was Kameroen het onderwerp. Bogaert (de leraar) wil dat Jens en Hella het project gaan leiden. Meteen maakten ze samen een afspraak om te vergaderen, maar van het vergaderen komt niks. Als Stan door krijgt dat Jens met Hella wil word Stan erg boos, Stan wil hem terug pakken net zoals bij Pieter. Als Jens een uur eerder weg mag van school komt hij Stan tegen bij de gymzaal. Stan vraagt of hij in zijn scheikundemap mag kijken om wat formules over te schrijven. Jens gaf  Satan de map. Stan pakte een wit blokje uit zijn tas, dat blokje stook hij aan. Stan stopte het blokje een stapel pallethout dat hij tegen de muur van de gymzaal had gezet. Jens vroeg aan Stan of hij zijn map terug mocht. Snel gooide Stan enkele bladzijdes van zijn map op het vuur. En rende weg. Jens ging hem achterna maar kon hem niet vinden.

Als Jens thuis is gaat de telefoon, het is Stan. Stan belde hem om te vertellen dat hij de map van Jens naast het vuur op de grond had laten liggen. De volgende dag moest Jens bij de Directeur komen. De directeur vertelde dat hij van school gesteurd moest worden, want dit gedrag hoort niet thuis op deze school. Erg aangeslagen ging Jens naar huis, voor iets dat je niet gedaan hebt van school worden gestuurd? Zijn vader en moeder weten niet wat ze horen. Ze zijn erg boos en teleur gesteld door hun zoon. Pieter was meteen naar Jens gegaan toen hij hoorde wat er gebeurt was, hij wist dat Jens dit nooit zou doen. Jens legt het hele verhaal uit aan Pieter. Pieter ging Stan terug pakken, en goed ook. Eerst het voorval met hem en nu met Jens.

Op vrijdag kreeg Jens een telefoontje van de directeur, hij moest snel naar school komen. Op school moest hij naar het kamertje van de directeur komen. Aan de tafel zaten Pieter en Stan. De directeur legt uit dat Jens niet van school wordt gestuurd maar Stan. De directeur bood zijn excuses aan. Stan had bekend dat hij de brand had aangestoken en niet Jens.

Jens wist niet wat hij hoorde: Stan van school gestuurd! Dit was het mooiste wat hem kon overkomen, nu had hij Hella voor zich alleen. Jens en Hella durfden tegen iedereen te zeggen dat ze verkering hadden.

3. Over de auteur:

Koen D’haene werd geboren op 14 februari 1964 in Wevelgem. Als jongste van drie, heeft hij een oudere zus en een oudere broer. Koen D’haene werd leraar Nederlands en stond enkele jaren voor de klas. Daarna werd Koen D’haene assistent dienstleider in een bibliotheek. Door het werk tussen al die boeken wilde Koen D’haene zelf een boek gaan schrijven. Voor inspiratie ging hij opreis naar de achterbuurten van New York. Het eerste boek van Koen D’haene heette daarom ook ‘De hel van New York’. Het tweede boek heette ‘De oversteek’, het derde boek ‘Valsspeler’ en zijn laatste boek ‘Gek van een eiland’.

4. Over het boek.

1. op de voorkant van het boek staat een jongen getekend die verdrietig kijkt met een hart, de jongen staat voor Jens en het hart voor zijn grote liefde Hellla.
2. Dit boek is aan niemand opgedragen.
3. De meest voorkomende plek is de school, want daar gebeurt het meeste met de hoofdpersoon. De ‘geheime’ plek van Jens aan de rivier waar hij naar watervogels kijkt. Bij Jens thuis, daar zit hij vaak op zijn kamer te denken aan Hella.
4. Dit verhaal is geschreven om te laten merken hoe erg pestgedrag kan zijn op school en daar buiten.
5. Het verhaal heeft een open einde, je weet niet hoe het afloopt met Stan, en je weet ook niet hoe het verdergaat met Jens en Hella.

5. Leeservaringen.

Dit onderwerp spreekt mij niet zo erg aan, dat komt door dat ik niet van dit soort boeken hou. Dit verhaal heeft mij andere kan van het onderwerp laten zien. Ik wist niet dat pestgedrag zo erg kon zijn. Uit dit verhaal blijkt dat pesten heel erg is en dat het moeilijk te voorkomen is. Zelfs doordat dit onderwerp mij niet erg aan spreek vind ik het toch een leuk boek om te lezen het sleept je erg mee. Boeken met dit onderwerp heb ik niet eerder gelezen, want ik dacht dat ik deze boeken niet leuk vond.

In dit verhaal gebeurd heel veel, dat maakt dit verhaal leuk om te lezen. In het verhaal gaat het om de gebeurtenissen maar je merkt ook veel van de gevoelens van de hoofdpersoon. Dit verhaal heeft veel indruk op mij gemaakt, dat komt vooral door hoe erg het pestgedrag kan zijn. De gebeurtenissen zijn geloofwaardig, maar ik hoop voor niemand dat dit ooit in het echt gebeurd. De meeste gebeurtenissen zijn verassend ze zijn goed doordacht en goed beschreven. Ik heb zelf niet iets meegemaakt wat hier op lijkt, dat maakt niks uit want het verhaal is zo al erg goed te begrijpen. In dit verhaal staan geen gebeurtenissen die ik mee zou willen maken.

De hoofdpersoon is iemand waar ik mij goed in kan verplaatsen, dat komt door de gedachten en de combinaties van dingen in het verhaal. Ik zou de hoofdpersoon niet willen zijn in dit verhaal, ook al loopt het verhaal goed af. Het gedrag van Stan Somers is erg, zoals hij dingen bedenkt om mensen terug te pakken is afschuwelijk op zo’n leeftijd. De hoofdpersoon heeft mij beïnvloed omdat wat hij moest door maken erg moeilijk te verwerken is. Van de personages kom je genoeg te weten hoe ze zich gedragen, je weet van de meeste personages wat ze gaan doen in sommige situaties. De personages zijn goed te begrijpen want alles wat ze doen is goed beschreven en uitgelegd. De beslissingen in het verhaal zijn soms anders als dat je zult verwachten, dat komt meestal door de vreemde situaties waar de personages in zitten.

De gebeurtenissen volgen elkaar logisch op. Het verhaal is erg spannend door de vreemde situaties. Het verhaal is niet ingewikkeld, het is erg makkelijk te begrijpen. De tijdsprongen in het verhaal verwijzen naar de gebeurtenissen en voorvallen die Stan  Somers heeft veroorzaakt. Dit slot past goed bij het verhaal.

Het verhaal is makkelijk te begrijpen. De zinnen zijn makkelijk te begrijpen als staan er soms wel moeilijke woorden in. In het verhaal zitten veel gesprekken zoals Jens en Hella, hoe Jens en Pieter Stan terug willen pakken.

6. Verwerkingsopdracht.

Schrijf twee dagboek bladzijdes uit het dagboek van de hoofdpersoon.

Dag 1;

“Toen ik vandaag naar school fieste bedacht ik mij wat er vandaag zou gaan gebeuren, vast niets leuks, maar naar school wel dan ga ik met hella naar de bibilotheek. Vandaag was Stan weer aan het gooien met bolsters gelukking raakte hij me niet. In de klas moesten we een derdewereld actie beginnen zoals elk jaar. Dit jaar is Kameroen aan de beurt. Ik moet het project leiden met Hella, dat wordt nog leuk, erg leuk. Stan heeft Pieter teruggepakt door een ijzeren staaf tussen het wiel van Pieter te steken. Pieter is er ernstig aan toe, ik ga hem morgen even bezoeken omdat ik wil weten wat er precies pebeurt is. dit soort acties doet Stan niet zomaar. Mogen ga ik na school met Hella mee naar de bibliotheek om informatie te zoeken voor het Kameroen project. Veel informatie gaan we niet vinden, want we gaan niet naar de bibilotheek. We gaan naar mijn geheime plekje bij de rivier”

Dag 2;

Na school ben ik even langs pieter gereden. De vader en moeder van Pieter vonden het erg wat er gebeurt was, want ze wisten nog niet goed hoe het ongeluk is gegaan en ontstaan.Pieter was er slecht aan toe; een hersenschudding en een gekneusde knie. Hij heeft verteld hoe het gegaan is hij zegt dat het niet door een aanvaring gekomen is. 

Toen ik het schoolplein op reed zag ik groepjes praten. Iedereen op school heeft het er over en weet dat Stan het gedaan heeft maar de leeraren niet. Niemand durf het te vertellen aan de leeraren omdat Stan je dan terugpakt. Misschien nog wel  erger als dan hij Pieter gepakt heeft.Na school ging ik met Hella mee, maar niet naar de bibliotheek maar naar mijn geheime plekje aan de rivier. We hebben samen gepraat over Stan, we zijn alle bij bang voor hem want als hij ons samen ziet wordt hij woest op mij. Als Stan er toch ooit achter zal komen ben ik er geweest. Onze vriendschap heeft er veel onder te lijden maar daar is nu nog niks aan te doen.

Robin Roetenberg, H3T1.