Kortsluiting

Boekverslag Kortsluiting.

 

  1. Zakelijke gegevens.

 

  1. De titel van het boek is: “Kortsluiting” en heeft 166 pagina's.
  2. De auteur/regisseur is Lieneke Dijkzeul.
  3. De uitgever is Lemniscaat en het boek is verschenen in 1996.

 

  1. Samenvatting van het boek.

 

Als een jongen van 14 jaar in een kindertehuis zit omdat zijn vader en moeder niet meer voor het willen zorgen is er iets mis. Dat is ook de inhoud van het verhaal.

 

Daniël zit onrustig in de wachtkamer te wachten op zijn pleegouders. Zou het dan toch kunnen? Een gewoon leven lijden zoals alle andere kinderen van zijn leeftijd? Helemaal hetzelfde niet, dat stond al vast.

 

Het pleeggezin waar hij in geplaatst word bestaat uit Jesse (vader), Marja (moeder), pleegzus Marike van 15 jaar oud en haar jongere broertje Pim van 9 jaar. Daniël heeft weer hoop om een toekomst op te bouwen na wat hem allemaal gebeurt is. Van zijn nieuwe pleegouders krijgt hij een eigen kamer met alles er op en er aan, er zat zelfs een slot op de deur. Eidelijk had hij een plekje om zich zelf terug te trekken. Na het eerste maal samen ging Daniël met Marja mee om nieuwe kleren te gaan kopen.

 

Daniël ging direct naar zijn kamer om zijn nieuwe spullen op te bergen, ook schrijft hij een briefje aan zijn biologische moeder Rosy wat er allemaal gebeurt met hem. De volgende morgen moest Daniël naar school om met de rector te gaan praten. De dag daarna is het zo ver: de eerste schooldag! Op het plein kijken veel leerlingen hem na. De dag was zwaar voor hem hij snapte er helemaal niks van. Na school heeft Marja hem geholpen met zijn huiswerk. Ook nu ging hij naar zijn kamer en schreef weer een brief aan Rosy, iets wat hij elke avond doet. Na een paar dagen op school gaat het beter met hem hij maakt “vrienden” en mag meedoen in het schoolvoetbalelftal. Hij kreeg van zijn pleegouders voetbalschoenen, hij was er erg blij mee en kon niet wachten ermee te gaan voetballen.

 

Als Daniël terug komt van de voetbal wedstrijd wordt hij woest, Marieke heeft zijn kamer doorzocht en heeft de brieven gevonden die hij aan zijn moeder schreef. Daniël kom zich niet in bedwang houden en stormde op Mariekes kamer af. Hij sloopte de gitaar van Marieke, die gitaar was het dierbaarste voorwerp dat ze had. Na dat incident besluit hij weg te lopen van zijn pleeggezin, hij ging Rosy zoeken. Hij loopt na een dorp om daar te overnachten. Zijn voeten deden pijn door de vele blaren die hij had opgelopen. Hij besloot om gewoon door te lopen naar het volgende dorp. In dat dorp raakt hij aan de praat met een man. De man vroeg of Daniël wou helpen met het aanleggen voor de moestuin, Daniël doet het maar het beter niet kunnen doen. De man was maar op een ding uit… Daniël weet op tijd te ontkomen en loopt verder.

 

Een jongen op een brommer vroeg aan Daniël waar hij heen ging, want hij wou Daniël wel een lift geven. Na een tocht van een paar kilometer komen ze aan bij het station. Daniël kocht van zijn laatste geld een kaartje naar de stad waar hij en zijn moeder hadden gewoond. In de stad herkent hij alles meteen, ook het café van een oude vriend van hem. Die oude vriend Mick wist dat zijn moeder naar het buitenland is vertrokken. Na dit nieuws vroeg Daniël of hij even mocht bellen. Hij belde naar zijn pleeggezin of ze hem toch maar wilden komen ophalen, zijn eigen moeder vind hij toch niet weer.

 

  1. Over de auteur.

 

Lieneke Dijkzeul is geboren op 7 maart 1950 in Sneek. In haar jeugd verhuisde ze naar Amsterdam. Na haar eerste kind begon ze met het schrijven van korte verhalen. Na 1990 begon ze met het schrijven van jeugdboeken, sinds 2006 schrijft ze ook boeken voor volwassenen.

 

  1. Over het boek.

 

  1. Op de voorkant van het boek staat een jongen (Daniël) afgebeeld met een kapotte auto op de achtergrond (dat heeft te maken met een plaats in het boek). Wat opvalt is dat Daniël er erg “slordig” uitziet.
  2. Het boek is aan niemand opgedragen.
  3. De plaatsen in het boek komen erg overeen met de afkomst van Daniël. Een oude caravan waar hij overnacht, net zoals de auto op de voorkant van het boek. Deze plaatsen staan symbool voor het leven van Daniël.
  4. Het verhaal is geschreven met de bedoeling dat er ook kinderen zijn zie aan hun lot worden overgelaten, zelfs in Nederland.
  5. Het verhaal heeft een zeer open einde want je weet niet hoe het afloopt of hij naar school gaat en of hij wel bij zijn pleeggezin blijft.

 

  1. Leeservaringen.

 

Het onderwerp spreekt mij aan omdat het ook echt gebeurd kan zijn. Het verhaal geeft maar weer eens aan hoe erg het leven soms kan zijn. In dit verhaal kom je te weten wat het onderwerp allemaal ondergaat als je ouders niks om je geven. Het onderwerp is goed uitgelicht en het verhaal geeft een goede weerspiegeling van de werkelijkheid

 

In dit verhaal gebeurt veel, erg veel. Dat er veel gebeurt in het verhaal zorgt ervoor dat het verhaal soms moeilijk te begrijpen is. In de gebeurtenissen komen de gedachten van de hoofdpersoon goed te sprake. De gebeurtenis die mij het meest is bij gebleven is als Daniël in het café van zijn oude vriend komt en hoort dat zijn moeder verdwenen is. De gebeurtenissen zijn geloofwaardig en soms ook erg verassend. Gelukkig heb ik dit zelf nog nooit meegemaakt en ik hoop dat dat ook zo blijft.

 

De gedachten van de hoofdpersoon zijn soms moeilijk te begrijpen omdat hij anders denkt dan gewone kinderen van zijn leeftijd. Ik zou op Jesse willen lijken omdat ik het knap vind dat mensen zo om kunnen gaan met het kind van een ander. In de loop van het verhaal kom je meer van de hoofdpersoon te weten en word het verhaal ook veel duidelijker. Aan het einde van het verhaal veranderen sommige personages, ze hebben andere denkbeelden en hebben meer begrip (respect) voor elkaar.

 

De gebeurtenissen in het verhaal volgen zicht in logische wijzen op. Het verhaal heeft een paar spannende momenten in het verhaal, bij deze momenten word er goed gebruik gemaakt van uitstel en vertraging. De terugblikken maken het verhaal onnodig lastig.

 

Het verhaal is makkelijk te lezen het taalgebruik is niet al te moeilijk en de zinnen zijn goed te begrijpen. In het verhaal zitten beschrijvingen die het verhaal spannend maken. De gesprekken zijn soms een beetje voorspelbaar.

 

  1. Verwerkingsopdracht.

 

Zoek of schrijf drie gedichten die volgens jou passen bij dit verhaal. Beschrijf per gedicht waarom ze er goed bij passen.

 

Gedicht 1:

 

Pleeggezin

Ja ik weet dat het moeilijk is,
Ja ik weet dat het ook anders kon gaan,
Maar waarom steeds dat commentaar?
Ik ben ook maar zoals ik ben.

Ik weet ik doe mensen pijn,
Ik weet ik ben niet de liefste,
Maar ik ben zoals ik ben,
Waarom accepteer je dat gewoon niet?

Na ruim een half jaar,
Zit ik in een pleeggezin,
Het is leuk hier,
Net zoals thuis.

En ja ik weet dat je me mist,
En ja ik weet dat je me weer daar wilt,
En ja ik weet dat je vind dat ik mee moet naar Londen,
Maar wat nou als ik daar helemaal niets over kan zeggen?

Je zegt dat je je klote voelt,
Je zegt dat je niet weet wat ik moet doen,
Je zegt dat je steun van mij wilt,
Maar hoe denk je dan hoe ik me voel?

Ik zit hier,
Een anderhalf uur met de auto van mijn huis,
Mijn echte woonplaats, waar ik mijn hele leven gewoont heb,
Mijn familie, mijn vrienden,
Mijn school, mijn vertrouwde omgeving,
Hoe denk je dat ik me voel?

Waarom moeten mensen zo zeiken als je weggaat,
Ik weet dat afscheid moeilijk is,
Ik vind het ook heel moeilijk,
Maar ik ga niet dood?!

Doe toch niet zo dramatisch,
Ik kom heus wel terug,
Misschien niet zoals afgelopen 2 jaar dat we elkaar iedere dag zagen,
Maar wees blij als je me nu 1x per week ziet,


Weet dat ik jullie is,
Dat ik het liefst weer terug kom,
Weet dat er gewoon iets uit mijn leven is,
Maar alsjeblieft,
Zeur niet zo? Ik zeur toch ook niet als jij weggaat?!

Dit gedicht past bij het verhaal omdat het aangeeft hoe erg het is als je bij je ouders weg word gehaald. Zo voelde dat ook voor Daniël maar hij ziet zijn vader en moeder misschien wel nooit meer terug. Afscheid heeft hij niet echt kunnen nemen en daarom wil hij haar ook

 

Gedicht 2:

 

Opzoeken.

Een moeilijke tijd

Ik heb een erg moeilijke tijd achter de rug,
dit gedicht schrijf ik erg vlug.
Mijn ouders moeten 's meewerken,
want hierdoor kunnen ze mijn leven niet versterken.
Nu heb ik een veilig thuis,
en het is bijna altijd pluis.
... en ....... hebben een erg groot fort,
waar omstebeurt een kind neerstort.
Soms voel ik me erg kloten,
Dan zit ik ook het liefst in de dakgoten.
Als ik boos of chagarijnig ben lig ik meestal onder de deken,
want ik heb geen zin in al die preken.
Nu heb ik mijn eigen plek,
en leef ik niet meer in een zwarte vlek.

Dit gedicht past bij het verhaal omdat het probleem van Daniël hetzelfde is. Vooral de een na laatste regel past mooi bij het verhaal, een eigen plek. Dat heeft Daniël bij zijn pleeggezin maar het zal nooit zo voelen als bij zijn echte ouders.

 

Gedicht 3:


Twijfel
Ik twijfel aan mezelf 
Is datgene wat ik doe 
Wel goed? 
Soms weet ik gewoon niet meer, 
Wat ik met mezelf aan moet 
Dan gaat het ineens weer fout 
Hartstikke slecht 
Is het leven dat ik leid wel echt? 
Of is het allemaal een droom 
En maakt deze nachtmerrie 
Ooit plaats voor iets moois…

 

Dit gedicht geeft aan hoe iemand denkt over zijn leven in een pleeggezin. Het gedicht gaat ook over ups en dows die Daniël ook heeft in het verhaal. Het past ook bij de denkwijze van Daniël, op sommige momenten in het verhaal vraagt hij zicht ook af waar hij mee bezig is.

 

Robin Roetenberg, H4T2.

Maak jouw eigen website met JouwWeb